Nevenstaande prognose is afkomstig van
het KNMI.
De eerste afbeelding toont de verwachte
ijsaangroei in centimeters. De tweede afbeelding toont de verwachte
temperatuur. In beide ziet u veel lijnen
lopen (de blauwe en de groene). Dit zijn mogelijke afwijkingen.
Naarmate de dagen vorderen in de verwachting, worden de afwijkingen
altijd groter; veelal geven ze wel zicht op een trend. De rode lijn is
de meest waarschijnlijke; de 'operationele' voorspelling welke u in de
weerberichten tegen zult komen. IJsaangroeimodel van Herman Wessels en Henk de Bruin van het
KNMI, 1982
Herman Wessels en Henk de Bruin van het KNMI hebben in 1982 een
ijsaangroeimodel gemaakt dat gebruikt kan worden onder
ideale omstandigheden.
Gemiddeld groeit het ijs bij 5 graden vorst 1 cm. Het is zo dat
het eerste ijs dan snel wordt gevormd, maar naarmate het ijs dikker
wordt gaat dit langzamer.
Als je tijdens een vorstperiode van 7 nachten achtereenvolgens de
volgende temperaturen meet:
-4 | -3 | -4 | -5 | -5 | -4 en -4°C dan tel je de waarden bij elkaar
op en krijg je een getal van -29.
Als je vervolgens -29 deelt door -5 dan kom je uit op een dikte van
5,8 cm ijs.
Zo zie je dat het tijdens gunstige omstandigheden en lichte vorst
nog 7 nachten duurt voordat je op slootjes kan schaatsen.
De vereiste ijsdikte voor slootjes bedraagt 6 cm, voor
natuurijsbanen 7 cm, toertochten 12 á 13 cm en voor een
Elfstedentocht tenminste 15 cm. |